bericht van de werkgroep A7:
Medio dit jaar hebben wij aan de hand van ons rapport “Structuur-versterking Oppenhuizen en Uitwellingerga. Geluidhinder en Veiligheid. Recreatie en Wonen” een presentatie gegeven aan de verantwoordelijke wethouders van Súdwest-Fryslân, Mirjam Bakker en Mark de Man.
geluidoverlast
De werkgroep heeft daarbij aangegeven dat het overgrote deel van de inwoners van Oppenhuizen en Uitwellingerga geluidsoverlast heeft van het wegverkeer van de A7. Wij stellen voor deze geluidsoverlast in een gebiedsgerichte aanpak (gekoppeld aan de brugvervanging) tot een acceptabel niveau te verlagen door landschappelijk inpasbare geluidwerende voorzieningen aan te brengen.
brugvervanging
Voorts is in de presentatie aandacht gegeven aan de brug in Uitwellingerga met de voorkeur van het overgrote deel van de inwoners van Uitwellingerga en Oppenhuizen deze te vervangen door een aquaduct.
Een verhoogde brugverbinding naar 7.40 of 9.10 m’, waarbij in beide gevallen de taluds verhoogd en verbreed moeten worden, zal behalve een verdere landschappelijke aantasting ook het woon- en leefklimaat in onze dorpen nog meer geweld aan doen. Bovendien zal een brugverbinding de onveiligheid voor het vaarverkeer op het knelpunt Uitwellingerga niet oplossen en biedt een aquaduct meer perspectief voor verdere kleinschalige recreatieve gebiedsontwikkeling.
bereikbaarheid Brêgefinne
Voor de volledigheid dient te worden vermeld dat vertegenwoordigers van Brêgefinne in een gesprek met de werkgroep het belang van een blijvende goede bereikbaarheid van het bedrijventerrein hebben onderstreept. Mocht de keuze op een aquaduct vallen, zal deze ingericht moeten zijn op bijzondere transporten met maximale afmetingen.
Tot slot heeft de werkgroep Structuurversterking aangestipt ervan uit te mogen gaan dat een aquaduct met de hedendaagse kennis en techniek gerealiseerd kan worden zonder de problemen die zich destijds bij de realisatie van de Prinses Margriettunnel in 1977 hebben voorgedaan.
gemeente SWF
De gemeente Súdwest-Fryslân, bij monde van hun verantwoordelijke wethouders, heeft zijn waardering uitgesproken voor de werkzaamheden van de werkgroep en kwalificeerde het plan als goed uitgewerkt en ambitieus. Zij vinden echter dat Rijkswaterstaat vooralsnog het eerste aan zet is voor de verdere ontwikkeling, alvorens de gemeente aanhaakt.
verkenning door RWS
In de Verkenningsfase van het brugvervangingsproject heeft de werkgroep gesproken met Rijkswaterstaat. In digitale bijeenkomsten heeft Rijkswaterstaat de stand van zaken toegelicht.
Kort samengevat zijn er zoals u weet drie varianten: een brug van 7.40 m’ hoogte, een brug van 9.10 m’ hoogte óf een aquaduct.
Verschillende effecten/aspecten met betrekking tot de veiligheid van het vaar- en wegverkeer, duurzaamheid, CO2-uitstoot (bij aanleg) zijn weliswaar aangestipt, maar nog niet in detail uitgewerkt. Ook heeft Rijkswaterstaat nog geen inzicht kunnen geven in de kosten voor aanleg, exploitatie en onderhoud van een brug versus een aquaduct.
Teneinde een reële kostenvergelijking te kunnen maken, heeft de werkgroep erop gewezen, alle kosten voor elke keuzevariant voor de gehele levensduur in beeld te brengen. Als dit bijvoorbeeld alleen beperkt zou blijven tot de aanlegkosten, zal een aquaduct al gauw duurder uitkomen, maar als je praat over alle kosten in de levensduur is het de vraag of een aquaduct wel duurder is.
De werkgroep heeft Rijkswaterstaat verzocht tijdig transparantie te betrachten, zodat er een evenwichtige en weloverwogen keuze op alle aspecten kan worden gemaakt.
De werkgroep leidt uit de gesprekken af, dat Rijkswaterstaat de nieuwe oeververbinding (lees: brug) teveel vanuit een economische en financiële invalshoek benadert en vooralsnog onvoldoende stilstaat bij het maatschappelijke effect hiervan. Dit maatschappelijk effect, waaronder primair het woon- en leefklimaat van de inwoners, staat bij ons als werkgroep voorop in de keuze. Wij hebben Rijkswaterstaat gevraagd dit aspect (wat wij tot nu toe nog gemist hebben) in hun voorstel gedetailleerd uit te werken en voor te leggen aan alle betrokkenen.
planning
Als gevolg van de Corona-epidemie is de huidige verkenningsfase vertraagd. Het streven is nu om in april/mei 2021 tot een keuze te komen om deze vervolgens medio volgend jaar aan de minister voor te leggen. Wij wachten een volgend overleg met Rijkswaterstaat af, waarbij wij ervan uitgaan dat er meer inzicht kan worden gegeven.
provincie Fryslân
Tot slot. Op donderdag 10 december jl. , heeft de werkgroep een prettig en constructief digitaal overleg gehad met mevrouw Avine Fokkens-Kelder, verantwoordelijk gedeputeerde van Fryslân. Zonder een directe toezegging te kunnen doen (alle informatie is immers nog niet voorhanden) staat de gedeputeerde vanuit het belang van recreatie, toerisme, veiligheid op het water en landschappelijke en maatschappelijke inpassing, positief tegenover het voorstel van de werkgroep om een aquaduct als belangrijke keuzevariant aan te merken. Zij zal dit in haar gesprek met Rijkswaterstaat betrekken en voorleggen aan de provinciale bestuurlijke colleges.
Wij hopen u voldoende te hebben geïnformeerd en wensen u in deze rare, onzekere tijd prettige feestdagen en vooral een gezond 2021 toe.
Doarpsbelang Oppenhuizen en Uitwellingerga
Werkgroep Structuurversterking
December 2020